Verwarmingstoelage via het Sociaal Verwarmingsfonds
Wie zich in een financieel moeilijke situatie bevindt, kan voor bepaalde brandstoffen elk jaar een korting krijgen op de verwarmingsfactuur van het Sociaal Verwarmingsfonds.
De toelage is er zowel voor huurders als eigenaars van een woning of appartement.
U komt in aanmerking voor de verwarmingstoelage als u behoort tot een van de onderstaande categorieën.
- Categorie 1: gezinnen met recht op een verhoogde tegemoetkoming van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, waarbij
- alle gezinsleden het OMNIO statuut hebben OF
- het huishouden bestaat uit één alleenwonende persoon (met of zonder kinderen ten laste) die geniet van het RVV statuut OF
- alle leden van het huishouden genieten van het ‘RVV statuut’ (= verhoogde tegemoetkoming van de ziekte- en invaliditeitsverzekering).
In deze drie gevallen waarbij het volledige huishouden onder de verhoogde tegemoetkoming valt, is een inkomensonderzoek NIET nodig. - Indien 1 of meerdere gezinsleden geen VT statuut heeft/hebben, dient er wel rekening gehouden te worden met inkomen en de gezinslast. Een inkomensonderzoek is dan nodig.
- Categorie 2: personen met een laag inkomen waar geen enkel gezinslid VT statuut (= verhoogde tegemoetkoming voor gezondheidszorgen) heeft. Dat zijn huishoudens met een jaarlijks bruto belastbaar inkomen dat lager dan of gelijk is aan 23.851,17 euro (verhoogd met 4.413,54 euro per persoon ten laste). Met persoon ten laste wordt bedoeld: een lid van het huishouden van de gerechtigde met een netto jaarinkomen, zonder de gezinsbijslag en het onderhoudsgeld voor kinderen, dat lager is dan 3.820 euro.
Voor de berekening van het bruto belastbaar inkomen in categorie 2 worden ook inkomsten uit onroerend goed in rekening gebracht (het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen van het gezin vermenigvuldigen met 3 en toevoegen aan de rest van het jaarinkomen)
- Categorie 3: personen die in een schuldbemiddeling of een collectieve schuldenregeling zitten én de verwarmingsfactuur niet kunnen betalen.
U kunt een tegemoetkoming krijgen in uw factuur voor deze brandstoffen:
- huisbrandolie (mazout) aan de pomp en in bulk (voor het vullen van een brandstoftank aan huis)
- verwarmingspetroleum (type c) aan de pomp, gekocht in kleine hoeveelheden (jerrycans van 5, 10, … liter)
- bulkpropaangas (petroleumgas, verkocht in liter voor het vullen van een propaangastank, niet in flessen).
Neem binnen de 60 dagen na de levering van de brandstof contact op met de sociale dienst van het lokaal bestuur.
De sociale dienst zal onder meer:
- nagaan of je voldoet aan de voorwaarden
- jouw identiteitskaart vragen en een kopie van de leveringsfactuur of de leveringsbon nodig hebben
- nakijken of het leveringsadres dat op de factuur staat hetzelfde is als het adres waar je gewoonlijk verblijft
- eventueel enkele documenten opvragen.
Er zal geen inkomensonderzoek gebeuren als het huishouden bestaat uit een alleenwonende persoon (met of zonder kinderen ten laste) met een RVV-statuut of als alle leden van het huishouden een RVV-statuut hebben. RVV staat voor 'rechthebbende op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming' (voorheen het OMNIO-statuut).
- Identiteitskaart.
- Kopie van de leveringsbon of leveringsfactuur.
Woont u in een gebouw met meerdere appartementen? Vraag dan aan de eigenaar of de beheerder van het gebouw:- een kopie van de leveringsfactuur
- en een attest waarop staat op hoeveel appartementen de factuur betrekking heeft.
- Als u behoort tot categorie 3:
- de beslissing van toelaatbaarheid van de collectieve schuldenregeling of een attest van de persoon die de schuldbemiddeling verricht
- documenten (gezinsinkomen, lopende kosten, ...) die het OCMW toelaten te beoordelen of u niet in staat bent de verwarmingsfactuur te betalen.
- Als u behoort tot categorie 2: het OCMW kan u een bewijs van uw gezinsinkomen vragen (meest recente aanslagbiljet, loonfiche of attest van een ontvangen sociale uitkering, bewijs van kadastraal inkomen van onroerende goederen buiten de gezinswoning, ... )
- Als u behoort tot categorie 1: het OCMW kan u een bewijs van uw gezinsinkomen vragen (meest recente aanslagbiljet, loonfiche of attest van een ontvangen sociale uitkering, …).
- Het Fonds komt per verwarmingsperiode en per huishouden tussen
- voor maximaal 2000 liter brandstof (bij levering tot en met 31-12-2023)
- voor maximaal 1500 liter brandstof (bij levering vanaf 1-1-2024).
- Het bedrag is afhankelijk van de prijs van de gefactureerde brandstof.
Voor de in grote hoeveelheden geleverde brandstoffen schommelt het bedrag van de toelage tussen 14 cent en 20 cent per liter (met een maximumbedrag per huishouden per prijscategorie). - Voor wie zich verwarmt met mazout of lamppetroleum die aan de pomp gekocht is, heeft het Fonds een forfaitaire tussenkomstvan 210 euro bij een aankoop aan de pomp per kalenderjaar.
Eén aankoopbewijs volstaat om recht te hebben op de forfaitaire toelage.
De maatregel is bedoeld voor mensen die zelf de gevolgen van de prijsstijgingen ondervinden.
Er wordt daarom geen toelage toegekend aan personen die verblijven in:
- een woonzorgcentrum (rusthuis)
- een opvanghuis
- of een ziekenhuis.
Het Fonds komt dus niet tussen voor:
- elektrische verwarming
- aardgas via aansluiting op het stadsdistributienet
- propaangas in gasflessen
- butaangas in gasflessen
- pellet, hout, steenkool.